Hoera kindercentra

Nieuws

29 april 2024

‘Het verschil maken? Zorg voor een gratis voorschoolse basisvoorziening voor alle kinderen’

Uit: Kinderopvang Totaal
Er zijn steeds meer jonge kinderen die aan hun basisschoolcarrière beginnen met een fikse (taal)achterstand. Een grote groep basisschooldirecteuren luidde onlangs de noodklok en uit verschillende hoeken worden er oplossingen aangedragen.

De afgelopen maand gaat het in de sector veel over de ontwikkelingsachterstand die veel kleuters hebben wanneer ze op de basisschool beginnen. In een aflevering van Een Vandaag werd door basisschooldirecteuren aan de bel getrokken en werd deze achterstand ‘verspilling van talent’ genoemd. 

Wat is er aan de hand?

Dit noodsignaal kwam naar aanleiding van een enquête gehouden onder 210 basisschooldirecteuren. Hieruit bleek onder andere dat een groot deel van de leerlingen met een ontwikkelingsachterstand aan de basisschool begint. Zo’n 80% van de ondervraagden maakt zich zorgen om deze kinderen. De achterstanden bevinden zich vooral op het gebied van taalontwikkeling (bijvoorbeeld een minder grote vocabulaire dan leeftijdsgenoten) en sociale vaardigheden (bijvoorbeeld kinderen die op vierjarige leeftijd niet weten hoe ze op een stoeltje moeten zitten of in een groep moeten functioneren). 

Waar hebben we het over?

Voor- en vroegschoolse educatie (vve) is bedoeld voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar die baat hebben bij extra ondersteuning in hun ontwikkeling. Op die manier zijn ze beter voorbereid op een goede start op de basisschool. Bij vve gaat het om 16 uur per week (vaak verdeeld over vier ochtenden) dat een peuter naar een kinderopvang die in vve voorziet gaat. Het idee achter de voorschool is het klaarstomen van zogenaamde doelgroepkinderen, peuters met een mogelijke taal of leerachterstand. Het kind volgt een speciaal programma om de ontwikkeling te stimuleren, vaak een programma dat aansluit op wat er in de kleuterklas op de basisschool zal worden behandeld. 

En nu moet de leerplichtige leeftijd dus omlaag?

In principe is er al een oplossing te lezen in de voorgaande alinea. Nederland heeft een prima systeem voor kinderen met een achterstand in de vorm van de voorschool. Echter weten veel ouders dit niet, vinden ze het te duur, de tijden onhandig of zijn ze bang om slachtoffer te worden van een schandaal zoals de Toeslagenaffaire. In 2022 kwamen 53.000 peuters in aanmerking voor vve, maar ging een kwart van de ouders niet in op het aanbod voor voorschoolse educatie.

Demissionair minister Mariëlle Paul stelde begin april voor om te kijken naar de leerplichtige leeftijd. Deze staat nu op 5 jaar en zou volgens haar naar 4 teruggebracht kunnen worden. Volgens haar beginnen juist de kinderen die het nodig hebben te laat met de basisschool. De brancheorganisatie doet een geheel ander voorstel, namelijk het verhogen van de leerplicht naar zes jaar. Zo zou ‘het kinderbrein dan pas ontvankelijk zijn voor het onderwijs’.

Wat zou een betere oplossing zijn?

Volgens Marjolein Moorman, wethouder onderwijs in Amsterdam, is de voorschool gratis maken veel effectiever. Volgens Moorman moet de overheid stil staan bij de huiverigheid van ouders na het allesverwoestende toeslagenschandaal. Juist ouders uit armere buurten, met kinderen die kans maken op een achterstand, houden hun kroost steeds vaker thuis. Simpelweg omdat zowel de voorschool als de reguliere kinderopvang eerst door hen zelf betaald moet worden, voor ze via de kinderopvangtoeslag een gedeelte terugbetaald krijgen. Dat systeem schrikt volgens de wethouder af, waardoor juist de kinderen in die buurten, die baat kunnen hebben bij voorschoolse educatie, thuis worden gehouden. 

De wethouder pleit voor verschillende dingen: gratis voorschoolse educatie, sterker nog: een gratis combinatie van de voorschool en reguliere opvang, zodat fulltime werkende ouders niet buiten de boot vallen, én afschaffing van het toeslagenstelsel. Volgens Moorman een win-winsituatie. In een opinieartikel in Trouw licht ze toe: ‘(Dit) gaat kansenongelijkheid tegen, zorgt later voor betere onderwijsprestaties én voorkomt segregatie, omdat alle kinderen elkaar al van jongs af aan kunnen ontmoeten.’ 

Ook het financiële plaatje zou te overzien zijn, volgens Moorman: ‘Uiteraard hangt er een prijskaartje aan: zo’n 10,5 miljard euro per jaar. Maar door het afschaffen van de toeslagen kun je daar direct 7,9 miljard euro vanaf halen, ongeacht de besparingen op de uitvoering. Bovendien weten we dat elke euro die je in voorschoolse educatie stopt uiteindelijk meer dan twee keer zoveel oplevert, omdat onderwijsresultaten significant verbeteren. Deze investering is dus gewoon verstandig.’ Ze eindigt met: ‘Het is slecht gesteld met de kansengelijkheid en de onderwijsresultaten in Nederland. Laten we geen tijd verspillen aan dingen die niet werken. Willen we echt het verschil maken, dan zorgen we voor een gratis voorschoolse basisvoorziening voor alle kinderen.’

En nu? 

Gemeente Den Haag heeft vorig jaar al besloten om voorschoolse educatie voor kinderen met een taalachterstand gratis te maken. Uit de eerder aangehaalde enquête blijkt dat ook de meer dan 200 basisschooldirecteuren dit een goed plan vinden voor de rest van Nederland. 

Demissionair minister Paul zegt dat gemeenten jaarlijks budget ontvangen voor onderwijs. Hiermee gaat ze echter niet in op het idee van gratis voorschoolse educatie. Wel liet ze in een reactie weten dat ze onderzoek laat doen naar zowel het verlagen van de leerplichtige leeftijd als het verplichten van de voorschool. 

Medio april werd ook duidelijk dat er volgens demissionair minister Karien van Gennip (Sociale Zaken) een nieuw betaalsysteem moet komen voor de kinderopvang met ‘meer zekerheid en minder risico voor ouders’. Directe financiering zou hierbij een logische aanpassing zijn, vergeleken met het huidige systeem waarin ouders zelf betalen en later toeslag ontvangen.